Jan te Brake (rechts) tijdens de Marathon van Amsterdam in 1975

Postbode Jan te Brake sr. liep in maart 1975 zijn debuutmarathon in Hilversum, maar er werd wat lacherig gedaan over de lengte van het parcours. Daarom besloot hij twee maanden later mee te doen aan de eerste editie van de in ere herstelde marathon van Amsterdam. “Het was hetzelfde parcours als bij de Olympische Spelen van 1928; dan moet de afstand wel goed zijn, dacht ik.”

Van de 283 deelnemers eindigde Te Brake als nummer 132 in 3.11.50. Hij was 38 jaar, een laatbloeier. “Ik deed alles op gevoel. Wat wisten wij nou van training? We deden maar wat hè. Ik liep in het begin op gewone gymnastiekschoentjes. Een dorpsgenote in Aalten die in een textielfabriek werkte, maakte hemdjes voor lopers, dat was al heel wat.”

Toen hij in Amsterdam op de dag van de marathon zijn startnummer kwam ophalen, volgde een summiere kering, herinnert Te Brake zich. “De dienstdoende arts zei: `Uw bloeddruk is aan de hoge kant.` Ja, heb ik geantwoord, wat wil je zo vlak voor de start, het is allemaal zo spannend. Ik kreeg ter plekke het advies een zouttabletje te nemen tegen uitdroging. Mijn huisarts zei later dat het je reinste vergif was.”

Meer dan 50 marathons liep Te Brake, waaronder tweemaal die van Athene. “Ik wilde me niet laten verrassen door het Griekse voedsel en nam dingen als wortels, fruit, brood en kaas in mijn koffer mee. De helft moest ik achterlaten bij de douane,” vertelt hij lachend. “Het waren andere tijden. Bij sommige lopen, zoals de 100 km. Run van Winschoten, waaraan ik geregeld meedeed, zag je meer vrijwilligers dan deelnemers.”

Ooit stoomde hij Bennie Jolink met zijn popgroep Normaal klaar voor de marathon van New York. En als bestuurslid van de plaatselijke atletiekvereniging AVA`70 stond hij ook voor iedereen klaar. Nu loopt hij alleen nog met een stok of achter een rollator. “Ik ben blij met alles wat ik nog kan!”