Verslag van La Bouillonnante  30 april 2011.

Toen ik eind september vorig jaar eens voorzichtig mijn voorbereidingsschema op de Mont Blanc van 2011 begon op te stellen viel mijn oog op La Bouillonnante (LB) . Volgens het affiche de zwaarste trail van België over een lengte van 54 km. Ha, een uitdaging was geboren en heb deze loop dus stoer op mijn schema toegevoegd.
Het was midden februari en na een wat kwakkelende winter met allerlei klachten besloot ik me toch maar in te gaan schrijven voor LB. Wat bleek, vol! PvD, wat nu? Eerst even getwijfeld om ‘zwart’ te lopen maar via wat Trailrun-kanalen kon ik toch nog een startnummer overnemen van een geblesseerde loper. Niet zo maar één, voormalig Nederlands kampioen Triatlon, Raymond Lotz, dus er kwam wat druk op de schouders bij, ha, ha, niet dus.
 
De start kwam dichterbij en dus ook het besef eens aan m’n topografische kennis te werken om te kijken waar Bouillon eigenlijk ligt. Nondeju, aan de Franse grens, 360 km tuffen. Nou ja, je moet er wat voor over te hebben.
Nu we toch didactisch bezig zijn is het me ook duidelijk geworden dan de term ‘Godfried-van-Bouillon’ geen basterdvloek is maar dat dit werkelijk de kasteelheer was die de Belgische grens met hand en tand verdedigde. Alleen heette hij daar Godefroid, maar ja, Godfried past ook beter bij de Belgen.
 
Na deze terugblik was het vrijdagmiddag al vlot tijd richting Bouillon te vertrekken en mijn TomTom stuurde me het laatste stukje richting Middeleeuwse brug alwaar ik niet overheen mocht. Weggetje linksaf genomen en voila, sta ik zomaar boven bij het chateau (=kasteel). Gauw tussen de bomen geparkeerd op 12,4 meter van de start en 22,3 meter van de finish, wat wil een mens nog meer.
In de tent mijn (zijn) startnummer opgehaald en kreeg zomaar 5 euro toe. Vraag waar dit voor was, blijkt dit een soort omgekeerd statiegeld te zijn dat mensen niet zomaar inschrijven en niet op komen dagen. Raar volk die Belgen.
Na alles in de camper geprepareerd te hebben lekker het dorpje in gelopen, prachtig toeristisch plaatsje, waar ik weer veel bekende trail-gezichten tegenkwam. Met een aantal wat gegeten en na een paar Belgische Tripletjes te hebben genuttigd de klim naar het chateau weer genomen om toch enigszins wat nachtrust te pakken. Inmiddels begon het ter regenen wat nog lang nadruppelde op mijn dak maar daar niet veel hinder van gehad.
Om 6.45 uur wakker van al de bedrijvigheid op start-finish, maar het was toch bijna tijd om op te staan dus helemaal goed. Bordje pasta, paar krentenbollen, slootje koffie en op naar de briefing van 8.45 uur midden in het hart van het chateau. Dit gebeurde in het Frans en surrogaat-Engels. Het enige dat ik er van begreep is dat de ladders uit het parkoers waren verdwenen maar dat er een soort lusje voor in de plaats was gekomen. Over de exacte kilometers was men ook niet al te duidelijk. Maar dat schijnt hier normaal te zijn.

Klokslag 9.05 uur verlieten we onder tromgeroffel het chateau om aan deze klus van ongeveer een werkdag te beginnen.
Dat het zwaar zou zijn was vooraf bekend; ruim 54 kilometer en dan 2500 hoogtemeters wat een gemiddeld stijgings (en dalings-)percentage inhield van ruim 9%. Ter vergelijk, op de Mont Blanc is dit 11% en bij Limburgs Zwaarste ca. 6%.
Al redelijk gauw werd duidelijk dat de verzorgingsposten niet exact op de afstanden stonden die genoemd waren. De eerste stond op 11 km bij de brug van Frahan. Tevens het keerpunt van de 25 km loop die om 9.45 uur van start zou gaan. Heerlijk, allerlei soorten verfrissingen in overvloed. Daarna door met een lus van 30 km waarin ook weer één verzorgingspost zat op 27 km met alleen water en cola. Alles weer bijgevuld, en iets te veel cola gedronken, en weer verder.
Inmiddels was het klimmen wandelen geworden wat op zich goed uitkwam want ik was met volle bepakking vertrokken inclusief de stokken om zoveel mogelijk te trainen voor de Mont Blanc. Vooral de stokken kwamen goed van pas op de vele steile, gevaarlijke afdalingen. Ook waren er veel single-tracks wat toch wel het mooiste is van dit soort lopen. Uiteindelijk ging ruim 95% van de race over onverharde paden.
Na 5.30 uur was ik weer terug bij de brug van Frahan, perfect op schema, iets te snel zelfs. Alles bijgevuld kon ik beginnen aan wat ik gehoord had de zwaarste laatste 12 kilometers. Nu bleek dat achteraf een understatement; het was 14 km met daarin de 5 zwaarste/steilste klimmen en tevens tot twee maal toe, bij 48 en 50 km, een doorwading tot heuphoogte door de Semois, de kronkelende rivier rondom Bouillon waaraan de Valleé de Semois zijn naam ontleend heeft.
Uiteindelijk kwam daar toch Bouillon weer in het zicht en na de brug over gestoken te zijn mochten we als toetje de trappen naar het chateau beklimmen alwaar je werd binnengehaald met tromgerommel en finishte op een podium in de tent. De laatste 14 kilometer afgelegd in 2 uur en 12 minuten.

De omstandigheden waren eigenlijk wel super. Lekker temperatuurtje van zo’n 21 graden, beetje wind wat weer lekker koelde. Toch blijkt zo’n loop er wel bij te trekken; heb voor het eerst mezelf eens voor en na de race gewogen en het verschil is eigenlijk wel opzienbarend; 4,8 kilo. Terwijl ik onderweg toch zeker wel 8 liter heb gedronken en het nodige voedsel genomen. Blijkt wel weer dat aanvullen bij dit soort inspanningen onontbeerlijk is als je de man net de hamer voor wil blijven. Gelukkig is me dat dit keer nog gelukt.
Uiteindelijk eindtijd was 7.42.18. een 179e plaats van 385 starters.

Met sportieve groeten (met zere benen).
Henrie Drenthel
Site Organisatie