Soms kun je in situaties terecht komen, die je van tevoren niet goed hebt kunnen inschatten. Het overkwam een tiental AVA-janen onlangs bij hun zaterdagavondmissie bij de Zwarte Cross. Effen een paar uurtjes bardienst draaien, zo stond er op het werkbriefje van Mariska van den Berg. De groep bulkte van het talent en had een schat aan ervaring. Wat kan er mis gaan, zo zou je kunnen denken? Nou eigenlijk best veel, zo bleek na een uitvoerige evaluatie. Eigenlijk begon het al een beetje met een valse start. Het gebruikelijke teamhoofd was na jarenlange trouwe dienst zonder pardon aan de kant geschoven. De nieuwbakken kapitein, Andre Bruil, had geen enkele ervaring maar liet iedereen wel even heel duidelijk weten, dat hij deze avond de touwtjes in handen had. Om dit ook aan de buitenwereld duidelijk te maken, droeg hij om zijn rechter bovenarm een band met de pakkende tekst: “aanvoerder”. Nou, en dan weet je het vaak wel. Het inchecken verliep eigenlijk zonder problemen en er werd direct koers gezet richting de arena, waar ons vermoeden juist bleek, dat er zojuist een veldslag had plaatsgevonden. De gewonden werden in een golfkarretje weggereden in de richting van de EHBO-tent en een tornado aan stof beperkte het zicht tot een metertje of 12. Wat een chaos als je broodnuchter aan komt rennen. We waren even in de veronderstelling dat onze chief een hardlooptraining had ingelast want hij beerde in een moordend tempo over het terrein. Al snel liepen we letterlijk en figuurlijk tegen een paar clubgenoten aan. We noemen uiteraard in het kader van de privacy geen namen, want het was een woordenwisseling met een niveau dat meer dan bedenkelijk was. We vervolgden onze snelwandeltocht in de richting van de Noaberhood, ons onderkomen deze avond. Het was een nieuwe tent in hip-hop-style en ons dus op het lijf geschreven. Het meisje dat deze dienst ons barhoofd was, bleek exact twee uurtjes eerder te zijn begonnen en had dus haar vuurdoop. Gruwelijk geluk voor haar dus, dat ze de AVA`70-club onder haar hoede had. Ga maar na. Aan boord ineens het roemruchte Batentrio met jarenlange ervaring, zowel voor als achter de bar. Daarnaast zingen ze ook nog een heel fijn genre, variërend van Nederlandstalige liedjes tot rocksongs en Duitse Schlagers. Ondersteund door goedwillende en lekker pratende sjouwers en brouwers van het eerste uur. Jongeling Roy Ebbers, een drie turven hoog ventje uit Doetinchem maakte zijn debuut, maar aanpassing aan deze ijzersterke formatie zou slechts een kwestie van korte tijd zijn. Dat bleek ook daadwerkelijk zo te zijn en hij had “stoeven is het motto”  als oneliner en voegde de daad bij het woord. Het fraaie AVA`70-petje achterwaarts op zijn hoofd dragend, had hij al snel het hoogste woord. Duidelijk een teken dat hij zich wel prettig voelde bij dit gezelschap. Nog geen drie minuten, nadat onze dienst was geklokt deed zich het eerste megaprobleem al voor. De bar had de grootte van een piepkleine studentenkamer en dan wordt het met tien noeste werkers wel heel erg intiem. Hoe gaan we dit oplossen? Besloten werd door onze overste, dat een zevental daar bleef en voor de afvallers een andere werkplek werd gezocht. De achterblijvers moesten zich al direct uit de naad werken en hadden als bijkomstig probleem, dat twee van de drie koelkasten ook nog eens alle diensten weigerden. Er moest dus pislauwe fris worden verkocht en dat ging in de praktijk vaak maar net goed. Maar er moest wel een fijn verhaal bij verkocht worden en dat voor hetzelfde geld. Intussen was er louter sprake van gewenste en ongewenste intimiteit in het minuscule barretje. Bittere noodzaak om de stoffige kelen van het gewenste vocht te voorzien. De leiding besloot dan ook niet in te grijpen, omdat de handel floreerde als nooit tevoren. Veel, heel veel werd deze avond dan ook met een grap en een grol afgedaan en dat wist het publiek wel enorm te waarderen. Intussen liep runner Balke zich het schompes. Hij was immers belast met de zware taak, om te zorgen dat de voorraad in de bar niet opdroogde. Hij had zich vol zelfvertrouwen aangemeld voor deze verantwoordelijke taak, dus medelijden hoefden we niet te hebben. Echter, toen de enige blondine in de kleinste kroeg op het terrein nog eventjes haarfijn vertelde, dat hij als de sodemieter water moest gaan halen, ontstond er zowaar enige spanning in het verder voortreffelijk samenwerkende team.

Een ander drietal met toch een gedegen stukje ervaring en daarnaast een forse portie arbeidsethos, was inmiddels op pad gestuurd naar bar 01-2A. Een korte zoektocht tussen voertuigen, over kabels en langs riekende dixies leverde een prachtige werkplek op. Het hoofd van dienst, Albert, die een verre achterneef van Guus Meeuwis zou kunnen zijn, zat te springen om extra manschappen en het was natuurlijk voor hem een schot in de roos, dat er uit het niets zomaar een drietal AVA-janen aan kwamen gelopen. Na een bijzonder vriendelijke kennismaking volgde al snel een taakverdeling met een geldigheidsduur van 5 uur. De minst geleerde van het trio zette de glazen, terwijl nestor Herman Baten een slinger aan de raptap  gaf en de kraan ook niet meer dicht deed. Wouter Raben, marathonloper en dus een flinke longinhoud, moest zich het leplazarus lopen om alle posten van bier te voorzien. Vele duizenden glazen werden gevuld en het combinatiewerk van de 3 Aaltenaren liep als een tierelier. Als beloning trakteerde het sympathieke barhoofd op winegums en drop, omdat hij wist dat dit goed is voor hardwerkende atleten. De noeste arbeid deed letterlijk en figuurlijk veel stof opwaaien. De zwarte Cross-arena had in de uren dat er flink gesappeld werd, de aanblik gekregen van een Sahara, waar het zand zich overal verspreidde. Geen contactlens was er veilig, astmapatiënten werden aan de lopende band afgevoerd en elk gat vulde zich rijkelijk met het vederlichte toendrazand. Toen om een uurtje of half 2 besloten werd, dat het mooi was geweest, werd de tent letterlijk en figuurlijk gesloten. De schade werd opgemaakt, de code gescand, de AVA-janen bedankt voor bewezen diensten en snel werd de clan weer bij elkaar gevoegd. Prachtige verhalen deden uiteraard de ronde en er werd koers gezet naar de crewbar voor een gezellige nazit. Marc Scholten, een jarenlange AVA-sympathisant, stelde zichzelf aan als bierrunner en omdat er geen tegenkandidaten waren, werd dit eigengereide voorstel unaniem aangenomen. De goedlachse man van… deed voortreffelijk werk en zorgde goed voor de toch wel afgepeigerde Aaltenaren. Naast ons begon een groepje snotterkuukens een liedje te zingen over een goed studentengebruik, dat als het gezellig wordt, je je broek uit moet trekken en op je hoofd moet leggen. Er werd van alle kanten volop meegezongen en uiteraard ook rondgeloerd of er al iemand aanstalten maakte, om de daad bij het woord te voegen en heel stoer te scoren. Ebbers, inmiddels blakend van het zelfvertrouwen zat duidelijk te wikken en te wegen. Hij kon op dit late tijdstip natuurlijk geweldig veel punten scoren bij het publiek. Gelukkig wist captain Bruil hem net op tijd tot kalmte te manen, want AVA`70 heeft natuurlijk wel een enorme reputatie opgebouwd en om deze nu op een kort moment even te grabbel te gooien…. De klok tikte inmiddels al dik 10 over 3 aan, dus tijd om de fiets te gaan zoeken. Een flinke klus, want er stonden er nog wel een dikke 987 op de eigenaar te wachten en door de föhnwind hadden ze allemaal dezelfde kleur gekregen. Met een vaartje van kort tegen de 40 kilometer per uur, werd er koers gezet richting huis en het scheelde er nog maar aan, dat er bij het bordje Aalten geen eindsprint werd ingezet.

Het AVA`70-gezelschap had het Sahara-avontuur met verve overleefd en aan een prachtige avond kwam een nachtelijk einde. Bijna tenminste, want een douchebeurt bleek geen overbodige luxe!